De inhoud van ons bewustzijn komt binnen via drie ingangen:
1. Allereerst registreren we onophoudelijk signalen die onze zintuigen activeren. De sensorische receptoren van onze zintuigen zetten vervolgens de opgewekte fysiochemische reacties om in sensorische zenuwimpulsen. Dit is de chemische ingang van percepties. Deze ingang kunnen we hetlichaam noemen en omvat beide ogen (zien), beide oren (horen), de neus (ruiken), de tong (proeven) en de huid (gewaarworden). Deze vijf vormen van sensorische registraties worden hier samengenomen als waarnemen. Door waar te nemen maken we contact met de fysieke werkelijkheid (zowel buiten onszelf als daarbinnen).
2. Ten tweede resulteren neuronale interacties via onderlinge elektrische stimulering tot wat wij gedachten noemen. Door te denken maken we contact met de mentale werkelijkheid (zowel binnen onszelf als erbuiten). Dit is de elektrische ingang van cognities. Deze ingang kunnen we het hoofdnoemen.
3. De derde ingang is het hart. Door te ‘kloppen’ creëert ons hart een pulserend magnetisch veld rondom ons fysieke lichaam in de vorm van een liggend torusveld. De overeenkomstige magnetische lading die wordt gedragen door het water, dat overal in ons fysieke lichaam aanwezig is, noemen wij ons gevoel. Dit is de magnetische ingang van emoties. Door te voelen maken we contact met de sensitieve werkelijkheid (zowel binnen onszelf als erbuiten).
Ook wanneer we naar onze de breinsystemen kijken, dan zien we daarin dezelfde driedeling. De hersenstam kunnen we typeren als het brein voor het waarnemen. Daar overheen ligt het limbisch systeem, dat fungeert als het brein voor het voelen. En daar weer omheen ligt de neocortex, de brein voor het denken.
Het mooie aan ons bewustzijn is dat we daarmee kunnen opklimmen naar steeds hogere niveaus. Zou ons brein niet groter zijn dan de hersenstam, dan zouden we daardoor net als de reptielen alleen maar kunnen beschikken over het instinct. En zou ons brein niet groter zijn dan de hersenstam omhuld door het limbisch systeem, dan zouden we daardoor net als alle zoogdieren slechts kunnen beschikken over het instinct en het gevoel. Daarbij ligt het gevoel op een hoger niveau, waardoor zoogdieren hun instinctieve gedrag richting bijvoorbeeld hun eigen nakomelingen overeenkomstig kunnen aanpassen. En op een nog weer hoger niveau treffen we de neocortex aan waarmee we besluiten kunnen nemen die onze gevoelens overrulen. Zo kunnen mensen bijvoorbeeld werkzaamheden verrichten die een negatief gevoel geven in ruil voor geld dat dan door het verstand als positief wordt gezien.
Evolutionair gezien is bovenop het waarnemen (lichaam) eerst het gevoel (hart) gestapeld, en daar weer bovenop het verstand (hoofd). Dit zien we ook heel duidelijk terug in onze taal. Het woord ‘hoofd’ is daarin synoniem met het belangrijkste, zoals we bijvoorbeeld zien in woorden als hoofdstad, hoofdzaak, opperhoofd, hoofdgerecht en hoofdredacteur. Als gevolg hiervan speelt binnen het bewustzijn van de meesten van ons het denken daarom dehoofdrol. Het gevolg hiervan is dat deze mensen onmiddellijk meningen vormen over alles wat zij waarnemen, denken en voelen. Deze overmatige nadruk op het denken heeft ons bewustzijn topzwaar gemaakt, waardoor we eenmaal uit ons evenwicht onmiddellijk doorslaan. Daarmee hebben we een eenvoudige en plausibele verklaring voor tal van onze absurde gedragingen.
Om de innerlijke balans weer te herstellen zullen we daarom naar een nog hoger niveau van bewustzijn moeten gaan. Op dit niveau zijn al onze gewaarwordingen, gevoelens en gedachten evenwaardig. Vanuit dat hogere bewustzijnsniveau observeren wij als neutrale toeschouwer onze eigen percepties, emoties en cognities. Daarmee voorkomen we dat we worden meegesleurd door onze sensaties, gemoedstoestanden of denkbeelden.
Zolang we ons blijven vastklampen aan onze meningen houden we ons bewustzijn vast op het denkniveau. Pas wanneer we kunnen opklimmen naar het niveau van de innerlijke observator bevrijden we onszelf uit de slangenkuil van meningsverschillen en betreden we de oase van evenwaardige observaties. Laten we daarom maar gewoon stoppen met het voortdurend partij kiezen voor een bepaalde mening. En zullen we in plaats daarvan anderen voorzichtig deelgenoot maken van onze onpartijdige observaties?
Meningen leiden tot strijd die de mensheid verdeelt in groepen. Alleen door deze meningen te ontstijgen kunnen we de bijbehorende verdeeldheid vervangen door éénheid. Als mensheid staan meningen ons nu in de weg om onze samenleving inclusief openbaar bestuur, wetgeving, handhaving, financiën, wetenschap, technologie, media, onderwijs en gezondheidszorg naar een hoger niveau te brengen. Wanneer we onpartijdig observeren wat er nu gaande is op al deze vlakken, dan valt daarin een steeds groter wordende impasse te ontdekken. Structurele problemen als deze kunnen alleen op een hoger niveau worden opgelost dan het denkniveau waarop ze zijn ontstaan. Het is daarom nu aan ons om dat hogere bewustzijnsniveau te betreden. Het is de hoogste tijd dat wij het hoofd gaan ontstijgen!
Zeist, 12 oktober 2010
Johan Oldenkamp
Geen opmerkingen:
Een reactie posten