Aan een oever van de Stille Oceaan, in het noorden van het Gazelle-schiereiland van Papoea-Nieuw-Guinea, leeft een volk van eenvoudige landbouwers. Door een naburige stam worden ze de ‘Baining’ genoemd, wat ‘wilde, onbeschaafde mensen in de rimboe’ betekent.
En onder wetenschappers? Daar staan ze bekend als ‘de saaiste cultuur op aarde.’ Je zou dan ook zeggen: waarom val je me lastig met een verhaal over een paar duizend boeren in the middle of nowhere?
Ik denk dat ik een goede reden heb. Het verhaal van de Baining is een metafoor voor deze tijd. Het is een waarschuwing voor de wereld waar we op afstevenen: een wereld zonder vrije tijd en zonder spel. Een wereld waarin alles draait om werk.
Laat ik beginnen met de nuchtere feiten: sinds de jaren tachtig zijn we veel harder gaan werken. Het aantal burn-outs Inmiddels kampt één op de acht Nederlanders met burn-out klachten, zo rapporteert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).stijgt nog altijd. Zelfs kinderen hebben minder vrije tijd.
Ze worden voortdurend beziggehouden: school, huiswerk, sport, muziek, toneel, bijles, examentraining - het houdt niet op. Ouders besteden bijna twee keer Het SCP berekende dat ouders twee keer zoveel tijd aan de opvoeding besteden als in de jaren tachtig.zoveel tijd aan het vervoeren, verzorgen en begeleiden van hun kinderen als dertig jaar geleden.
Eén ding doen we steeds minder: spelen. En dan heb ik het over ‘spelen’ in de breedste zin van het woord: de vrijheid om je eigen nieuwsgierigheid te volgen. Om te zoeken en te ontdekken, te proberen en te creëren. Niet omdat een ouder, school of baas het je voorkauwt, maar gewoon, omdat je er zelf zin in hebt.
Overal waar je kijkt, zijn we minder gaan spelen. Kinderen en volwassenen. Thuis, op school en op kantoor. Terwijl politici zich druk maken over ranglijstjes en economische groei, zijn scholen gefocust op toetsen en resultaten. Op almaar jongere leeftijd sorteren we onze kinderen voor: jullie zijn de slimmen, en jullie niet. En onze definitie van succes? Hoge cijfers, hoog salaris. Het onderwijs moet kinderen zo snel mogelijk klaarstomen om zoveel mogelijk geld te verdienen.
Inmiddels De data over hoe druk Nederlandse jongeren zijn komt uit een peiling van EenVandaag.zegt driekwart van de Nederlandse tieners te druk te zijn. Eén derde is dagelijks gestrest en een kwart kampt met burn-out klachten. ‘Elke dag zit ik tot half vier op school,’ Het artikel over drukke tieners in NRC Handelsblad vind je hier.vertelde een jongen onlangs aan NRC Handelsblad. ‘Als ik thuiskom ga ik gelijk huiswerk maken. [...] Ik ken niemand die het echt rustig heeft, gewoon chill.’
Ouders maken zich zorgen. Wordt mijn kind wel genoeg gestimuleerd? Kan zij haar vriendinnen wel bijhouden? Zal hij straks een goede (lees: goed betaalde) baan vinden?
Toch is er ook een wijdverbreid gevoel dat we iets kostbaars aan het verliezen zijn. Zo staan de bladen vol met tips over wat je als ouder kunt doen om je kind en jezelf gerust te stellen. We leven in een tijd waarin boeken over minder werken en meer mindfulness als warme broodjes over de toonbank gaan.
Maar wat als een beetje zelfhulp niet meer genoeg is? Wat als onze samenleving steeds meer op de Baining van Papoea-Nieuw-Guinea lijkt?
Een deprimerende toekomst
Wie wil weten waar we op afstevenen, moet terug naar de zomer van 1927. Gregory Bateson, een van de grootste antropologen van de twintigste eeuw, vertrekt in dat jaar naar het noorden van het Gazelle-schiereiland. Veertien maanden later is hij terug.
‘De Baining hebben mijn hart gebroken,’ schrijft hij.
In de zomer van 1969 is het de beurt aan twee jonge Harvard-studenten, Jeremy en Gail Pool. Ze behoren tot de besten van het departement, maar ook zij keren na een jaar depressief terug. Jeremy wil niks meer met de antropologie te maken hebben en schoolt zich om tot ict’er. ‘[Ik had] het gevoel dat de Baining ons hebben geruïneerd,’ zal zijn vrouw Gail jaren later Gail Pool schreef een mooi boek over de tijd die zij en haar man doorbrachten met de Baining.schrijven, ‘door de fundamentele leegheid aan de basis van ons bestaan bloot te leggen.’
Wat bleek: er valt vrijwel niets te vertellen over de Baining. Ze hebben geen rituelen en er is geen magie. Ze maken geen schelpengeld, geen beeldhouwwerk, geen pottenbakkerij. Er worden geen goden of heiligen aanbeden. Er zijn ook geen leraren, dokters of sjamanen. Iedereen is gelijk en alle dagen zijn hetzelfde. De boeren staan ‘s ochtends op, gaan aan het werk, komen terug, en bakken taro - een plant die dagelijks op het menu staat.
Dat is alles.
Lees verder op: De Correspondent
Geen opmerkingen:
Een reactie posten